Baby doorslapen: wanneer mag je het verwachten?

Eén van de meest gestelde vragen van jonge ouders is: “Wanneer gaat mijn baby doorslapen?” De nachten vol onderbroken slaap hakken erin, en het idee dat je baby op een dag een volle nacht slaapt, klinkt bijna als een droom.

Toch is doorslapen voor iedere baby anders. Er is geen magisch moment waarop álle kinderen opeens de hele nacht rustig slapen. In deze blog leggen we uit wat doorslapen eigenlijk betekent, wat je mag verwachten per leeftijdsfase en hoe je je baby op een natuurlijke manier ondersteunt — onder andere met een vertrouwde white noise machine.


Wat is ‘doorslapen’ eigenlijk?

Veel ouders denken dat doorslapen betekent: van 19.00 uur ’s avonds tot 07.00 uur ’s ochtends zonder een kik. Maar in de praktijk betekent doorslapen voor baby’s vaak: vijf tot zes uur onafgebroken slapen.

Voor een baby van 3 maanden die van 23.00 tot 04.00 slaapt, noemen artsen dit al ‘doorslapen’. Dat is dus anders dan wat jij als uitgeputte ouder misschien voor ogen hebt.


Doorslapen per leeftijdsfase

Hieronder zie je in een tabel wat je ongeveer mag verwachten:

Leeftijd van de babyMogelijkheid tot doorslapenAantal nachtvoedingen vaak nog nodig
0 – 2 maandenNee, baby slaapt gefragmenteerd2 – 4 keer
3 – 4 maandenSoms 5-6 uur aan één stuk1 – 3 keer
5 – 6 maandenSteeds langere blokken0 – 2 keer
7 – 9 maandenVelen slapen door0 – 1 keer
10 – 12 maandenDoorslapen mogelijkSoms geen voeding meer nodig

Belangrijk: dit zijn gemiddelden. Sommige baby’s slapen pas met 1,5 jaar door, terwijl anderen met 3 maanden al flinke blokken maken.


Wat beïnvloedt het doorslapen?

  • Honger: sommige baby’s hebben ’s nachts nog écht voeding nodig
  • Slaapomgeving: licht, temperatuur en geluid spelen een grote rol
  • Slaapassociaties: hoe je baby in slaap valt, bepaalt hoe hij omgaat met wakker worden
  • Ontwikkeling: sprongetjes, tandjes, verlatingsangst… het zijn allemaal onderbrekers
  • Karakter: sommige baby’s zijn gevoeliger en hebben langer tijd nodig

Wat kun je doen om het te stimuleren?

1. Creëer vaste slaapgewoonten

Een voorspelbare routine helpt je baby om ’s avonds tot rust te komen. Denk aan: badje, pyjama, fles/borst, boekje, white noise aan en slapen.

2. Gebruik white noise als constante factor

Met een white noise machine geef je je baby een auditieve prikkel die hem helpt om in slaap te vallen én te blijven. Het werkt vooral goed bij lichte slapers en bij het doorbreken van ‘gewoonte-huiltjes’.

3. Wees consequent

Als je telkens een andere aanpak kiest, raakt je baby in de war. Kies een aanpak die past bij jou als ouder en houd deze vol.

4. Let op de timing van dutjes

Oververmoeide baby’s slapen vaak slechter. Let op de wakkertijden tussen dutjes en zorg dat je baby niet te laat gaat slapen.


En als het maar niet lukt?

Soms lukt doorslapen gewoon nog niet. Dat betekent niet dat je faalt. Baby’s ontwikkelen zich op hun eigen tempo. Blijf liefdevol begeleiden en bied houvast met herkenbare patronen.

Denk ook aan je eigen slaap. Probeer eventueel afwisselend met je partner te slapen of een powernap te doen overdag. Een uitgeruste ouder helpt ook de baby beter slapen.


Baby doorslapen: wanneer mag je het verwachten?

Doorslapen is voor iedere baby anders. Sommigen doen het al vroeg, anderen hebben maanden of zelfs een jaar nodig. Door vaste routines te introduceren, een rustige slaapomgeving te creëren en hulpmiddelen zoals een white noise machine te gebruiken, help je je kindje stap voor stap richting langere nachten. Met geduld, liefde en consistentie komt het vanzelf.